Altijd een beter antwoord
Algemene informatie


- Please call up the online catalog at products.liqui-moly.com -> "Products" at the top of this page.
- Enter the item number into the search field at the top, right-hand side of the page.
- Select the desired product.
- If you expand "Documents/data sheets", you can find the safety data sheets and product information to download there.
Motoroliën


- Voordat er motorolie wordt bijgevuld, moet het oliepeil worden gecontroleerd. Hiervoor gebruikt u de bekende peilstok (meestal met een kleurtje kenbaar gemaakt in de opening waar de olie in wordt bijgevuld). Zorg dat het voertuig op een vlak oppervlak staat. Om het oliepeil te meten trekt u de peilstok uit de opening, veegt de aanhangende olie van het uiteinde af, steekt de stok nogmaals in de opening en trekt hem er dan nog eens uit. Nu kunt u het peil aflezen en naar behoefte olie bijvullen.
- Het verschil tussen de markeringen MIN. en MAX. op de peilstok bedraagt over het algemeen één liter.
- Zorg dat u het juiste type olie gebruikt. Mocht dit niet bekend zijn, dan helpt onze oliewegwijzer of onze technische assistentie u graag verder onder het nummer +49 731 1420-871.
Additieven
Ja, want Olieverlies-stop bevat weekmakers en viscositeitsverbeteraar. Het middel regenereert elastomeerafdichtingen en werkt bij hoge temperaturen licht viscositeitsverhogend. Dit zorgt voor een efficiëntere smering bij turboladerlagers.
Productnaam | Art.nr. | |
---|---|---|
mtx Carburateur-Reiniger | 5100 | 300 ml voor maximaal 70 l |
Injectiereiniger | 5110 | 300 ml voor maximaal 70 l |
Kleppenreiniger | 1014 | 150 ml voor maximaal 75 l |
Super Diesel Additief | 5120 | 250 ml voor maximaal 75 l |
Dieselspoeling | 5170 | 500 ml voor maximaal 75 l |
Diesel Roet Stop | 5180 | 150 ml voor maximaal 50 l |
Dieselsmeeradditief | 5122 | 150 ml voor maximaal 80 l |
Diesel vloei-fit | 5130 | 150 ml voor maximaal 75 l |
Smeermiddelen
Wetenswaardigheden
ACEA
De ACEA (European Automobile Manufacturers' Association) is sinds 01-01-1996 de officiële opvolger van de CCMC. Deze definieert de kwaliteit van de motoroliën overeenkomstig de eisen van de Europese motorfabrikanten.
ADDITIEVENPAKKET
Een additievenpakket is een mengsel van verschillende chemische stoffen die de eigenschappen van de motorolie op verschillende manieren beïnvloeden.
ALKALISCHE RESERVES
De alkalische reserves van een olie neutraliseren de zure reactieproducten die ontstaan bij de verbranding van brandstof.
API
Het American Petroleum Institute (API) definieert wereldwijd de kwaliteitseisen en testcriteria voor smeermiddelen. Europa c.q. Europese fabrikanten zijn hiervan grotendeels uitgesloten.
ATF
Zogenoemde automatische transmissievloeistoffen (ATF) hebben een bepaalde wrijvingscoëfficiënt en een hoge viscositeitsindex. Deze oliën worden voornamelijk gebruikt in automatische transmissies en stuurbekrachtigingen.
BASEGETAL
Het basegetal geeft in motoroliën de hoeveelheid alkalische reserves aan. Bij gebruikte olie geeft het basisnummer een indicatie van de resterende additieven die nog niet zijn gebruikt.
KRAKEN
Tijdens het kraken worden lange koolwaterstofmoleculen gesplitst. Deze gebroken moleculenketens vormen het uitgangsproduct voor synthetische oliën.
DESTILLEREN
Bij destilleren wordt ruwe olie onder atmosferische druk verhit en in zijn bestanddelen gescheiden.
DETERGENTIA
Detergentia zijn wasactieve stoffen die de vorming van aanslag voorkomen of uit de motor verwijderen. Bovendien vormen detergentia de zogenoemde alkalische reserves.
DISPERGEERMIDDELEN
De dispergeermiddelen in de motorolie omhullen vaste en vloeibare verontreinigingen in de olie en transporteren ze naar het oliefilter.
ONTPARAFFINEREN
Bij het ontparaffineren worden waskristallen uit het betreffende destillaat verwijderd om het vloeipunt te verbeteren (de laagste temperatuur waarbij de olie nog net stroomt als deze onder vastgelegde omstandigheden wordt afgekoeld).
EP-ADDITIEVEN
Additieven voor extreem hoge druk (EP) vormen onder hoge druk en hitte een 'beschermende laag' op metalen oppervlakken.
FRICTION MODIFIER
Een friction modifier (FM) of wrijvingsmodificator creëert zwakke bindingen op metalen oppervlakken en vermindert of verbetert daardoor de wrijvingseigenschappen van een smeermiddel.
GL
GL staat voor 'Gear Lubricant' en geeft de drukstabiliteit aan van een tandwielolie volgens API.
MAXIMALE POMPVISCOSITEIT
De maximale pompviscositeit beschrijft de test voor het indelen van smeermiddelen in de overeenkomstige SAE-klassen. Daarbij mag de viscositeit van de betreffende SAE-klasse bij een bepaalde temperatuur niet worden overschreden om de onafhankelijke stroming van het smeermiddel te garanderen.
BASISOLIE
De basisolie is het uitgangsproduct voor de productie van smeeroliën. Basisoliën (mineraal, hydrocrack of volledig synthetisch) worden geproduceerd via verschillende raffinageprocessen.
HTHS-VISCOSITEIT
High Temperature High Shear (HTHS) is de dynamische viscositeit van een vloeistof gemeten bij 150 °C onder invloed van hoge schuifkrachten.
HYDROCRACK BASISOLIE
Hydrocrack-basisoliën worden geproduceerd op basis van paraffine. Deze oliën zijn momenteel state of the art en worden onder andere gebruikt in ultramoderne benzine-/dieselmotoren.
HYDROKRAKEN
Bij hydrokraken worden lange molecuulketens gesplitst in aanwezigheid van waterstof. De gebruikte waterstof zet zich vast aan de open kettinguiteinden en 'repareert' de breuk.
HYDROFINISHING
Hydrofinishing is bij de productie van minerale basisolie het toevoegen van waterstof om een optimale verouderingsstabiliteit te bereiken.
JASO
De Japanese Automotive Standards Organisation (JASO) verdeelt smeerolie in verschillende klassen en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor motorfietsen en in Aziatische gebieden.
KATALYTISCH HYDROKRAKEN
Bij katalytisch hydrokraken worden de molecuulketens gesplitst in aanwezigheid van een katalysator (bv. synthetische aluminiumsilicaten) en bij een temperatuur van 500 °C.
LSPI
Low-Speed Pre-Ignition of voorontsteking bij lage snelheid komt voornamelijk voor bij moderne kleine turbobenzinemotoren met directe inspuiting. Deeltjes of oliedruppels warmen op wanneer de motor versnelt en vormen een extra ontstekingsbron die de brandstof doet ontbranden vóór de reguliere ontsteking door de bougie. Dit leidt tot 'kloppen' en tot driedubbele drukopbouw, wat weer kan leiden tot motorschade.
MINERALE BASISOLIE
Minerale basisoliën zijn een rechtstreeks product van aardoliedistillatie. Dit type basisolie wordt niet meer gebruikt in moderne motoren.
NAFTA
Nafta is de benaming voor ruwe benzine, een product van aardoliedistillatie.
PARAFFINE
Paraffine is de naam voor de waskristallen die een bijproduct zijn van de productie van minerale basisolie.
POUR-POINT
Het pour-point of vloeipunt is de laagste temperatuur waarbij de olie nog net stroomt als deze onder bepaalde omstandigheden wordt afgekoeld.
POUR-POINT DEPRESSANT
Een pour-point-depressant (PPD-additief) verandert de structuur van de waskristallen in de basisolie en vertraagt de groei ervan. Zo wordt het vloeipunt van de olie zo laag mogelijk gemaakt of worden de eigenschappen voor lage temperaturen verbeterd.
RAFFINEREN
Raffinage is het verwijderen/omzetten van ongewenste bestanddelen uit vacuümdestillaten.
ACHTERWAARTS COMPATIBEL
Achterwaarts compatibel is een specificatie of vrijgave die voldoet aan de voorgaande (dan verouderde) specificatie of vrijgave en deze overtreft.
RUWE OLIE
Ruwe olie is een mengsel van voornamelijk koolwaterstoffen dat is ontstaan door het ontledingsproces van organische stoffen.
SAE INTERNATIONAL
De SAE International (voorheen Society of Automotive Engineers) specificeert de viscositeitsklassen voor motor- en transmissieoliën die geldig zijn in de auto-industrie en die door fabrikanten wereldwijd worden gebruikt.
VACUÜMDESTILLATIE
Bij vacuümdistillatie worden de residuen van de distillatie verder gescheiden onder verlaagde druk. Door het vacuüm kan het kookpunt met ca. 150 °C worden verlaagd, waardoor kraken van de moleculen wordt voorkomen.
VISCOSITEIT
De viscositeit is de weerstand (interne wrijving) van een vloeistof. Hoe hoger de weerstand, hoe stroperiger de olie. De viscositeit van motor- en versnellingsbakolie wordt gespecificeerd volgens SAE.
VISCOSITEITSINDEX
De viscositeitsindex (VI) beschrijft het viscositeits-/temperatuurgedrag van een olie. Hoe hoger de VI, hoe lager de viscositeitsverandering over het gehele temperatuurbereik.
VISCOSITEITSINDEXVERBETERAAR
Viscositeitsindexverbeteraars zijn polymeren die bedoeld zijn om de temperatuurafhankelijke viscositeitsverandering van een olie te beïnvloeden.
VOLLEDIG SYNTHETISCHE BASISOLIE
Volsynthetische basisoliën zijn oliën op basis van polyalfaolefine. Deze worden synthetisch geproduceerd en zijn zeer stabiel qua temperatuur en veroudering.


Basisoliën zijn het uitgangsproduct voor de fabricage van allerlei soorten smeeroliën. De verschillende basisoliën (minerale, hydrocrack of volledig synthetische) worden door verschillende raffinaderijprocessen (zie tekening) geproduceerd.
De minerale basisolie vormt de eenvoudigste en oudste vorm van de basisoliën. Bij de productie dient de hierboven beschreven ruwe olie als direct uitgangsproduct. De ruwe olie wordt verwarmd en gescheiden in zijn componenten (gedestilleerd). Vervolgens worden ongewenste en schadelijke bestanddelen uit het destillaat gehaald door het raffinageproces resp. door het ontparaffineren. Bij het uiteindelijke hydro-finishing wordt aan het raffinaat doelgericht waterstof toegevoerd, die de open moleculaire ketens “repareert” en zo de verouderingsstabiliteit aanzienlijk verhoogt.
De volledig synthetische basisolie wordt hoofdzakelijk door zijn zeer goede thermische stabiliteit en verouderingsweerstand gekenmerkt. Zo krachtig het is, zo complex is ook de productie. Het uitgangsproduct is het zogenaamde nafta (benzine zonder additieven). De vloeibare nafta wordt in de erste stap gekraakt, wat betekent dat de moleculaire ketens (C5 – C12) worden gesplitst en tot een lengte van C2 worden gebroken. De voormalige vloeistof is nu gasvormig. In het daaropvolgende syntheseproces worden de korte moleculaire ketens (C2) tot lange moleculaire ketens (C20 – C35) samengesteld en door het toevoeren van waterstof (hydreren) “verzegeld”.


- Additieven, die op de basisolie werken, bijv. Pour-Point verbeteraars, antischuim-additieven of viscositeitsindexverbeteraars.
- Additieven, die op de materiaaloppervlakken (lagers, cilinders … ) werken, bijv. hechtingsverbeteraars of Friction Modifier (wrijvingsverbeteraars).










Om de juiste motorolie te kiezen, zijn er twee soorten informatie nodig. Aan de ene kant is het de viscositeit, aan de andere kant de vereiste kwaliteit. In de afgelopen decennia zijn er verschillende organisaties voor deze classificaties voortgekomen:
- SAE (Society of Automotive Engineers)
- API (American Petrol Institute)
- ACEA (Association des Constructeurs Européens d’Automobiles)
- ILSAC (International Lubricant Standardization and Approval Committee)
- JASO (Japan Automobile Standards Organization)
De bekende Europese auto- en motorfabrikanten (Mercedes-Benz, BMW, VW ...) richten zich voor viscositeitsgegevens naar SAE en voor kwaliteitsgegevens naar ACEA. De motoroliën die worden gebruikt voor importvoertuigen die zijn ontwikkeld buiten Europa (Toyota, Mitsubishi, Chrysler ...) richten zich voornamelijk naar API of ILSAC en SAE en bij dieselvoertuigen met DPF steeds meer naar ACEA.


De viscositeit geeft alleen informatie over de viscositeit (interne wrijving) van een olie en definieert daarom geen kwalitatieve eigenschappen. Dit betekent dat een olie die voldoet aan een SAE-viscositeit een voorgeschreven vloeigedrag bij verschillende temperaturen heeft. De viscositeit wordt onderverdeeld in het koude startbereik met het achtervoegsel “W” (bijv. 5W). Hoe kleiner het getal voor de “W”, hoe meer vloeibaar de olie is bij lage temperaturen. Voor het bedrijfswarme bereik geldt het getal zonder achtervoegsel (bijv. 30). Hoe hoger het getal, hoe dikker de olie is, gemeten bij 100 °C.
Tot welke lage temperatuur een motor-/transmissieolie kan worden gebruikt, hangt af van de mogelijke grenspomptemperatuur resp. de lage temperatuurviscositeit.


Het American Petrol Institute onderscheidt in principe twee soorten motoroliën. Enerzijds motoroliën voor benzinemotoren (S-Spark Ignition) anderzijds motoroliën voor dieselmotoren (C-Compression Ignition). De letter die volgt op de eerste letter “S resp. C” bijv. “J” of “L”, definieert de kwaliteit van het smeermiddel. Hoe verder deze letter in het alfabet staat, hoe hoger de kwaliteit is van de motorolie. De hogere specificaties, zoals API SN Plus of SP kunnen volgens API zonder bezwaar gebruikt worden voor de vorige classificaties, bijv. API SM. De nieuwste API SP en de API N Plus evatten bovendien LSPI-tests. Voor de API SN Plus-classificatie is er ook de toevoeging “+ RC”, wat staat voor extra brandstofbesparing. Bij motoroliën voor dieselmotoren kan ook een “-4” opgenomen zijn. Deze toevoeging kenmerkt de geschiktheid voor grootvolume 4-takt-dieselmotoren, bijv. vrachtwagens of bussen (Heavy Duty). API CF-2 staat voor de kwaliteit van een 2-takt dieselmotorolie. In 2016 werd de API F geïntroduceerd als een nieuwe onafhankelijke dieselspecificatie voor emissie- en brandstofbesparing. Deze nieuwe specificatie mag alleen worden gebruikt in motoren ie er speciaal voor zijn geconstrueerd. De API FA-4 is voor xW-30 oliën met verlaagde HTHS-viscositeit en niet compatibel met API Cx-4-klassen.
De European Automobile Manufacturers‘ Association vormt de olienorm voor Europese voertuig-resp. motorfabrikanten. Hierbij wordt-net als olgens
API-onderscheid gemaakt tussen olie voor benzinemotoren (A) en lichte dieselmotoren (B, C). In tegenstelling tot API heeft bij ACEA elke categorie ijn eigen categorie en kan niet achterwaarts compatibel worden gebruikt.
5.3.1 Benzine- en dieselmotoren van personenauto’s
A1/B1 | Hoogwaardige motorolie voor benzine- en dieselmotoren, zgn. Fuel-Economy-motorolie met bijzonder lage High Temperature- High-Shear-viscositeit (2,9 - 3,5 mPa*s). Gereserveerd voor de viscositeitsklasse xW-20. Ongeldig sinds 12/2016. | |
A3/B4 | Hoogwaardige motorolie voor benzine- en dieselmotoren, overtreft en vervangt conventionele motoroliën zoals ACEA A2/B2 resp. A3/B3 en kan voor langere verversingsintervallen worden gebruikt. | |
A5/B5 | Hoogwaardige motorolie voor benzine- en dieselmotoren, zgn. Fuel-Economy-motoroliën met bijzonder lage High-Temperature-High-Shear-viscositeit (2,9 – 3,5 mPa*s). Gereserveerd voor de viscositeitsklassen xW-30. |
5.3.2 Dieselmotoren met dieselpartikelfilter voor personenauto's
C1 | Categorie voor Low-SAPS-olie met een lagere HTHS-viscositeit ≥ 2,9 mPa*s, lage viscositeit, performance als A5 / B5, maar met zeer beperkte percentages sulfaatas, fosfor, zwavel. | |
C2 | Categorie voor Mid-SAPS-olie met verlaagde HTHS-viscositeit ≥ 2,9 mPa*s, lage viscositeit, performance als A5/B5, met beperkte, maar hogere percentages sulfaatas, fosfor, zwavel in vergelijking met C1. | |
C3 | Categorie voor Mid-SAPS-olie met een hoge HTHS-viscositeit≥ 3,5 mPa*s, lage viscositeit, performance als A3/B4, met beperkte, maar hogere percentages sulfaatas, fosfor, zwavel in vergelijking met C1. | |
C4 | Categorie voor Low-SAPS-olie met hogere HTHS-viscositeit≥ 3,5 mPa*s, lage viscositeit, performance als A3/B4, met dezelfde percentages sulfaatas en zwavel, bij verhoogde percentage fosfor in vergelijking met C1 | |
C5 | Categorie voor Mid-SAPS-olie met sterk verlaagde HTHS-viscositeit 2,6 – 2,9 mPas*s,, voor nog betere en optimale brandstofbesparing voor voertuigen met de nieuwste uitlaatgasbehandelingssystemen, alleen voor motoren met overeenkomstige technische voorwaarden. |
5.3.3 Dieselmotoren voor bedrijfswagens
E1/E2 | Categorieën niet actueel. | |
E3 | Categorie is bij ACEA E7 inbegrepen | |
E4 | Gebaseerd op de MB 228.5, verlengde olieverversing mogelijk, geschikt voor Euro-3-motoren. | |
E5 | Categorie is bij ACEA E7 inbegrepen. | |
E6 | Categorie voor AGR-motoren met/zonder dieselpartikelfilter (DPF) en SCR-NOx-motoren. Aanbevolen voor motoren met dieselpartikelfilter in combinatie met zwavelvrije brandstof. Percentage sulfaat max. 1%. | |
E7 | Categorie voor motoren zonder dieselpartikelfilter (DPF) van de meeste AGR-motoren en de meeste SCR-NOx-motoren. Percentage sulfaat max. 2 %. | |
E9 | Categorie voor motoren met/zonder dieselpartikelfilter (DPF) van de meeste AGR-motoren en de meeste SCR-NOx-motoren. Aanbevolen voor motoren met dieselpartikelfilter in combinatie met zwavelvrije brandstof. Percentage sulfaat max. 1%. |
Het International Lubricants Standardization and Approval Committee is bij de classificatie van motoroliën sterk gebaseerd op de classificatie volgens API. Om deze reden zijn er zes classificatie klassen voor benzinemotoren voortgekomen. Met dieselmotoren is bij ILSAC geen rekening gehouden.
ILSAC
GF-1 | Introductiejaar 1996, vergelijkbaar met API SH, categorie niet actueel | |
GF-2 | Introductiejaar 1997, vergelijkbaar met API SJ | |
GF-3 | Introductiejaar 2001, vergelijkbaar met API SL | |
GF-4 | Introductiejaar 2004, vergelijkbaar met API SM | |
GF-5 | Introductiejaar 2010, vergelijkbaar met API SN | |
GF-6 | Introductiejaar 2020, vergelijkbaar met API SP |
De Japan Automobile Standards Organization definieert voornamelijk de criteria voor oliën voor tweewielers. Daarbij worden verhoogde eisen esteld aan wrijvingsgedrag (natte koppeling), afschuifstabiliteit en afbrandingsgedrag. De JASO en de API-classificaties treden altijd samen op het gebied van tweewielers op. Er zijn ook specificaties voor personenvoertuigen en bedrijfswagens.
JASO
DH-1 | Japanse prestatieclassificatie voor dieselmotorolie, geïntroduceerd in 2000 | |
DH-2 | Prestatieclassificatie zoals DH-1 maar voor uitlaatgasnabehandelingssystemen, max. 50 ppm dieselzwavelgehalte | |
DL-1 | Prestatieclassificatie zoals DH-1 maar vooral voor personenvoertuigen met uitlaatgasnabehandelingssystemen, max. 50 ppm dieselzwavelgehalte | |
Voor motorfietsspecificaties zie punt 8 "Specificaties van de fabrikanen van motorfietsen" |


Uitgaande van Europese autofabrikanten, zijn hun voorgeschreven fabrikantspecificaties gebaseerd op de motorentests van de ACEA. Om de goedkeuring van een fabrikant voor een bepaalde olie te verkrijgen, moeten in aanvulling op de respectievelijke ACEA-testprocedure aan verdere motoronderzoeken en eisen worden voldaan. Een overzicht, welke specificaties van de fabrikant op de ACEA-classificatie is gebaseerd, vindt u op de volgende pagina.
Vrijgaven voor BMW-motoren
Longlife-98 | Basis ACEA A3/B3, toepasbaar vanaf modeljaar ´98, Ongeldig – wordt vervangen door Longlife-01 | |
Longlife-01 | Basis ACEA A3/B4, toepasbaar vanaf modeljaar ´01, voor benzine- en dieselmotoren zonder DPF | |
Longlife-04 | Basis ACEA C3, toepasbaar vanaf modeljaar ´04 | |
Longlife-12 FE | Basis ACEA C2, toepasbaar vanaf modeljaar ´13, verlaagde HTHS-viscositeit, niet achterwaarts compatibel, alleen voor geselecteerde motoren | |
Longlife-14 FE+ | Basis ACEA A1/B1, toepasbaar vanaf modeljaar ´14, verlaagde HTHS-viscositeit, niet achterwaarts compatibel, alleen voor geselecteerde motoren | |
Longlife-17 FE+ | Basis ACEA C5, bruikbaar vanaf modeljaar ´14, verlaagde HTHS-viscositeit, inclusief Longlife-14 FE +, alleen voor geselecteerde benzinemotoren |
Vrijgaven voor Fiat-, Alfa Romeo-, JEEP- en Lancia-motoren
9.55535-CR1 | Basis ILSAC GF-5 resp. API SN, viscositeitsklasse 5W-20 | |
9.55535-DS1 | Basis ACEA C2, viscositeitsklasse 0W-30 | |
9.55535-DM1 | Basis ACEA C5, volledig synthetisch, speciale ontwikkeling voor 1.3 Multijet AdBlue-motoren | |
9.55535-G1 | Basis ACEA A1 resp. A5, viscositeitsklasse 5W-30, speciale ontwikkeling voor CNG-motoren | |
9.55535-G2 | Basis ACEA A3, viscositeitsklassen 10W-40 en 15W-40, toepasbaar in oudere Ottomotoren | |
9.55535-GH2 | Basis ACEA C3, viscositeitsklasse 5W-40, speciale ontwikkeling voor “1750 Turbo motor” | |
9.55535-GS1 | Basis ACEA C2, viscositeitsklasse 0W-30, speciale ontwikkeling voor 0.9 Twin Air (Turbo) motor | |
9.55535-GSX | Basis ILSAC GF-5 of API SN, viscositeitsklasse 0W-20 | |
9.55535-H2 | Basis ACEA A3, viscositeitsklasse 5W-40, geschikt voor verlengde verversingsintervallen | |
9.55535-M2 | Basis ACEA A3/B4, viscositeitsklassen 0W/5W-40, geschikt voor verlengde verversingsintervallen | |
9.55535-N2 | Basis ACEA A3/B4, viscositeitsklasse 5W-40, geschikt voor benzine- en dieselturbomotoren | |
9.55535-S1 | Basis ACEA C2, viscositeitsklasse 5W-30, geschikt voor Otto- en dieselturbomotoren met WIV | |
9.55535-S2 | Basis ACEA C3, viscositeitsklasse 5W-40, geschikt voor Otto- en dieselmotoren met WIV | |
9.55535-S3 | Basis ACEA C3, viscositeitsklasse 5W-30, speciale ontwikkeling voor Chrysler, Jeep en Lancia | |
9.55535-S4 | Basis ACEA C4, viscositeitsklasse 5W-30 | |
9.55535-T2 | Basis ACEA C3, viscositeitsklasse 5W-40, speciale ontwikkeling voor gasmotoren | |
9.55535-Z2 | Basis A3/B4, viscositeitsklasse 5W-40, speciale ontwikkeling voor Twin-Turbodieselmotoren | |
Abarth 0101 | Geen ACEA Performance Level, viscositeitsklasse 10W-50, speciale vrijgave voor Abarth-motoren |
Vrijgaven voor Ford-motoren (UITTREKSEL)
WSS-M2C-913-D | Basis ACEA A5 / B5, vervangt WSS-M2C-913-A, B en C | |||
WSS-M2C-925-B | Basis API SM, achterwaarts compatibel met WSS-M2C-925-B, wordt vervangen door WSS-M2C-948-B | |||
WSS-M2C-917-A | Basis ACEA A3 / B4, tegenhanger van VW 505 01 | |||
WSS-M2C-934-B | Basis ACEA C1, viscositeitsklasse 5W-30 | |||
WSS-M2C-925-A | Basis ACEA A1 / B1, A5 / B5 en ILSAC GF-3, viscositeitsklasse 5W-20 | |||
WSS-M2C-925-B | Basis ACEA A5 / B5, viscositeitsklasse 5W-20, sterk verlaagde HTHS-viscositeit | |||
WSS-M2C-930-A | Basis ILSAC GF-4, viscositeitsklasse 5W-20, sterk verlaagde HTHS-viscositeit | |||
WSS-M2C-937-A | Basis ACEA A3 / B4, viscositeitsklasse 0W-40, speciaal voor Focus RS | |||
WSS-M2C-945-A & B1 | Basis ILSAC GF-5, viscositeitsklasse 5W-20, sterk verlaagde HTHS-viscositeit | |||
WSS-M2C-946-A & B1 | Basis ILSAC GF-5, viscositeitsklasse 5W-30 | |||
WSS-M2C-947-A & B1 | Basis ILSAC GF-5 en API SN, viscositeitsklasse 0W-20, sterk verlaagde HTHS-viscositeit | |||
WSS-M2C-948-B | Basis API SN, speciaal ontwikkeld voor Ford EcoBoost-motoren | |||
WSS-M2C-950-A | Basis ACEA C2, speciaal ontwikkeld voor Euro 6 TDCimotoren, viscositeitsklasse 0W-30 |
Vrijgaven voor Mercedes-Benz-motoren
MB-vrijgave 229.1 | Voor alle personenauto's tot 03/2002, wordt vervangen door MB 229.3 | |
MB-vrijgave 229.3 | Voor intervallen tot 30.000 km, wordt vervangen door MB 229.5 | |
MB-vrijgave 229.5 | Scherpere eisen als bij 229.3, intervallen tot 40.000 km mogelijk | |
MB-vrijgave 229.31 | Eisen als bij 229.3 echter as-arm, wordt vervangen door MB 229.51 | |
MB-vrijgave 229.51 | Eisen als bij 229.5 echter as-arm, wordt vervangen door MB 229.52 | |
MB-vrijgave 229.52 | Verhoogde eisen aan de oxidatiestabiliteit en brandstofbesparing | |
MB-vrijgave 229.6 | Basis ACEA A5/B5, niet achterwaarts compatibel, alleen voor geselecteerde motoren | |
MB-vrijgave 229.61 | Basis ACEA C2 | |
MB-vrijgave 229.71 | Basis ACEA C5, niet achterwaarts compatibel, alleen voor geselecteerde motoren | |
MB-vriigave 226.5 | Gebaseerd op Renault RN0700 | |
MB-vrijgave 226.51 | Gebaseerd op Renault RN0720 | |
INFO: 2 cijfers na de punt = verminderde as voor uitlaatgasnabehandelingssystemen |
Vrijgaven voor Opel-motoren
GM LL-A-025 | Basis ACEA A3/B3, specificatie voor benzinemotoren, verouderd, vervangbaar door GM Dexos2 | |
GM LL-B-025 | Basis ACEA A3/B4, specificatie voor dieselmotoren, verouderd, vervangbaar door GM Dexos2 | |
GM Dexos 2 | Basis ACEA C3, bruikbaar voor alle motoren vanaf modeljaar ´10, is gedeeltelijk vervangen door OV040115470 | |
GM Dexos 1 Gen.2 | Basis API SN-RC, viscositeitsklassen 0W-20, 5W-20 en 5W – 30 specificatie voor benzine-Otto motoren met directe injectie en LSPI problemen | |
OV0401547 | Basis ACEA C5, sterk verlaagde HTHS-viscositeit, alleen voor geselecteerde motoren, vervangt bij sommige motoren GM Dexos1 Gen.2 of GM Dexos2 |
Vrijgaven voor Peugeot-motoren
PSA B71 2290 | Basis ACEA C3 met de viscositeitsklasse 5W-30 | |
PSA B71 2295 | Basis ACEA A2/B2 voor motoren voor modeljaar 1998, geen viscositeit gedefinieerd | |
PSA B71 2296 | Basis ACEA A3/B4 met de viscositeitsklassen 0W-30, 0W-40, 5W-30 en 5W-40 | |
PSA B71 2297 | Basis ACEA C3 met de viscositeitsklassen xW-30 en xW-40 | |
PSA B71 2300 | Basis ACEA A3/B4 met de viscositeitsklasse xW-40, xW-50 | |
PSA B71 2312 | Basis ACEA C2 met de viscositeitsklasse 0W-30 |
Vrijgaven voor Porsche-motoren
A 40 | Basis ACEA A3 met de viscositeitsklassen 0W-40 en 5W-40, voor benzinemotoren vanaf 1994 | |
C 20 | Basis ACEA C5, komt overeen met VW 508 00/509 00, niet achterwaarts compatibel, alleen voor geselecteerde motoren | |
C 30 | Basis ACEA C3, komt overeen met VW 504 00/507 00 | |
C 40 | Basis ACEA C3, komt overeen met VW 511 00, voor benzine-Ottomotoren met roetfilters (vanaf modeljaar 2019), niet achterwaarts compatibel |
Vrijgaven voor Renault-motoren
RN 0700 | Basis ACEA A3/B4, toegelaten voor alle Renault-benzinemotoren | |
RN 0710 | Basis ACEA A3/B4, toegelaten voor alle Renault-dieselmotoren zonder roetfilter | |
RN 0720 | Basis ACEA C4, toegelaten voor alle Renault-dieselmotoren met roetfilter vanaf modeljaar ´10 | |
RN 17 | Basis ACEA C3, toegestaan voor alle dieselmotoren vanaf modeljaar 2018, vervangt RN 0700 en RN 0710 | |
RN 17 FE | Basis ACEA C5, zoals RN 17 + brandstofbesparing |
Vrijgaven voor VW-motoren
VW 500 00 | Multigrade olie met de viscositeitsklassen SAE 5W-X/10W-X, wordt vervangen door VW 501 01 | |
VW 501 01 | Multigrade olie met de viscositeitsklassen SAE 5W-X/10W-X, wordt vervangen door VW 502 00 | |
VW 502 00 | Multigrade olie voor hogere eisen | |
VW 503 00 | Longlife-specificatie voor benzinemotoren, basis ACEA A1, viscositeitsklassen 0W-30/5W-30 | |
VW 503 01 | Longlife-specificatie voor hoog-geladen benzinemotoren, viscositeitsklasse 5W-30 | |
VW 505 00 | Multigrade olie voor zuig- en turbodieselmotoren | |
VW 505 01 | Multigrade olie voor pomp-sproeier-motoren, basis ACEA B4, viscositeitsklasse 5W-40 | |
VW 506 00 | Longlife-specificatie voor hoog-geladen dieselmotoren, viscositeitsklasse 0W-30 | |
VW 506 01 | Longlife-specificatie voor pomp-sproeier-motoren | |
INFO: Alle VW-goedkeuringen van 500 00 tot 506 01 worden vervangen door VW 504 00 en VW 507 00 (behalve R5- en V10 TDI-motoren voor 6 / 2006) | ||
VW 504 00 | Specificatie voor benzinemotoren met en zonder Longlife-service, vervangt alle boven vermelde benzinespecificaties | |
VW 507 00 | Specificatie voor dieselmotoren met en zonder Longlife-service, vervangt alle boven vermelde dieselspecificaties (uitzondering R5- en V10 TDI-motoren vóór week 22/06) | |
VW 508 00 | Longlife IV-specificatie voor benzinemotoren met en zonder Longlife-Service, is niet achterwaarts compatibel, viscositeitsklasse SAE 0W-20 | |
VW 509 00 | Longlife IV-specificatie voor dieselmotoren met en zonder Longlife-Service, is niet achterwaarts compatibel, viscositeitsklasse 0W-20 | |
VW 511 00 | Specificatie voor krachtige benzine-Ottomotoren met roetfilter, alleen voor geselecteerde motoren |


Uitgaande van Europese autofabrikanten, zijn de voorgeschreven fabrikantspecificaties gebaseerd op de motorentests van de ACEA of die van de API. Om de goedkeuring van een fabrikant voor een bepaalde olie te verkrijgen, moeten in aanvulling op de respectievelijke ACEA-/API-testprocedure aan verdere motoronderzoeken en eisen worden voldaan. Een overzicht, welke specificaties van de fabrikant op de ACEA-/API-classificatie is gebaseerd, is in de volgende grafiek vermeld.
Vrijgaven voor Iveco-motoren
18-1804 FE | Basis ACEA E4/E5 met TBN-gehalte >14 | |
18-1804 TLS E6 | Basis ACEA E6 met TBN-gehalte >13 | |
18-1804 T2 E7 | Basis ACEA E7 met TBN-gehalte >14 | |
18-1804 TLS E9 | Basis ACEA E9 oder API CJ-4 | |
18-1804 TFE | Basis ACEA E4/E7 met TBN-gehalte>16 |
Vrijgaven voor MAN-motoren
M3275 | SHPD-motorolie, verversingsinterval tot 60.000 km mogelijk | |
M3277 | SHPD-motorolie, verversingsinterval tot 80.000 km mogelijk | |
M3377 | Hogere eisen aan zuiverheid/afzettingen t.o.v. M3277, verversingsinterval volgens weergave | |
M3477 | Gelijk als M3277 echter as-arm voor Euro 5-motoren met DPF | |
M3677 | Euro 6-Motoren met DPF, verversingsinterval tot 120.000 km mogelijk |
Vrijgaven voor Mercedes-Benz-motoren
MB-vrijgave 228.1 | Basis ACEA E2 + verdere motorentests | |
MB-vrijgave 228.3 | Basis ACEA E7 + verdere motorentests | |
MB-vrijgave 228.5 | Basis ACEA E4 + verdere motorentests, verlengde verversingsinterval | |
MB-vrijgave 228.31 | Basis ACEA E9 + verdere motorentests, DPF geschikt | |
MB-vrijgave 228.51 | Basis ACEA E6 + verdere motorentests, DPF geschikt, verlengde verversingsinterval | |
MB-vrijgave 228.61 | Basis API FA-4 + verdere motorentests | |
INFO: 2 cijfers na de punt = verminderde as voor uitlaatgasnabehandelingssystemen |
Vrijgaven voor Renault-motoren
RD/RD-2 | Basis ACEA E3 + Volvo VDS-2 | |
RLD/RLD-2 | Basis ACEA E7 + Volvo VDS-3 | |
RLD-3 | Basis ACEA E9 + Volvo VDS-4 | |
RXD | Basis ACEA E7 + Volvo VDS-3 | |
RGD (Gas) | Basis ACEA E6 + Volvo VDS-3 + TBN >8 |
Vrijgaven voor Scania-motoren
Scania LDF | Basis ACEA E5 | |
Scania LDF-2 | Basis ACEA E7 vanaf Euro 4 toepasbaar | |
Scania LDF-3 | Basis ACEA E7 vanaf Euro 6 toepasbaar | |
Scania LDF-4 | Basis ACEA E6 kan worden gebruikt vanaf Euro 6, verlengde verversingsinterval, brandstofbesparing, alleen voor eselecteerde motoren | |
Scania Low Ash | Basis ACEA E6/E9 (as-arm) |
Vrijgaven voor Volvo-motoren
Volvo VDS | Basis API CD/CE, onderhoudsintervallen tot 50.000 km mogelijk | |
Volvo VDS-2 | Basis ACEA E7, onderhoudsintervallen tot 60.000 km mogelijk | |
Volvo VDS-3 | Basis ACEA E5, onderhoudsintervallen tot 100.000 km mogelijk | |
Volvo VDS-4 | Basis API CJ-4, streekvervoer, as-arm | |
Volvo VDS-4.5 | Basis API CK-4, lange afstanden, achterwaarts compatibel | |
Volvo VDS-5 | Basis API FA-4, verlaagde HTHS-viscositeit, niet achterwaarts compatibel, alleen voor geselecteerde motoren |
Bij motoren van motorfietsen zien de fabrikanten grotendeels af van hun eigen oliespecificaties en vertrouwen zij op de motortesten die volgens API of JASO zijn vastgesteld om de oliekwaliteit te bepalen. Naast het bepalen van de kwaliteit van de olie moeten bij motorfietsen, die zijn uitgerust met een in het oliebad lopende koppeling (natte koppeling), ook aan hogere eisen aan de afschuifstabiliteit, het afbrandgedrag en vooral het wrijvingsgedrag worden voldaan. Of een olie aan deze eigenschappen voldoet, kan worden gevonden met behulp van de JASO-specificatie,
die onder de vrijgaven vermeld moet zijn. Er is een Europese ISO-norm voor 2-takt motoroliën die vergelijkbaar is met de JASO 2-takt specificaties.
Vrijgaven voor motorfietsmotoren
4-takt classificaties volgens JASO: | ||
JASO MA | 4-takt-motoren – hoog wrijvingscoëfficiënt voor motorfietsen met natte koppeling | |
JASO MA-2 | 4-takt-motoren – zeer hoge wrijvingswaarde voor motorfietsen met natte koppeling | |
JASO MB | 4-takt-motoren – lage wrijvingswaarde voor tweewielers zonder natte koppeling | |
2-takt classificaties volgens JASO: | ||
JASO FB | 2-takt-motoren – geringe reiniging, onvolledige verbranding | |
JASO FC | 2-takt-motoren – hoge reiniging, bijna volledige verbranding | |
JASO FD | 2-takt-motoren – maximale reiniging, volledige verbranding | |
2-takt classificaties volgens ISO: | ||
ISO-L-EGB | als JASO FB | |
ISO-L-EGC | als JASO FC | |
ISO-L-EGD | als JASO FD | |
2-Takt-Klassifikationen nach API: | ||
API-TA | Bromfietsen (verouderd) | |
API-TB | Motorfietsen en scooters (verouderd) | |
API-TC | Krachtige motoren (verouderd, maar nog steeds wereldwijd erkend) | |
INFO: NMMA TC-W3 -> 2-takt specificatie voor boten |
Om de probleemloze werking te waarborgen, hebben moderne transmissies een modern hoogwaardig smeermiddel nodig, die de transmissie tegen slijtage beschermt en tegelijkertijd het schakelgedrag ook niet negatief beïnvloedt. Het type en de hoeveelheid additief van een smeermiddel heeft een aanzienlijke invloed op verschillende parameters, zoals bijv. de schakelbaarheid, het verversingsinterval, het wrijvingsgedrag en de slijtagebescherming. Daarom is het van groot belang dat bij het vervangen van de transmissieolie de specificaties of vrijgaven, die door de fabrikant zijn gespecificeerd, nageleefd worden. Met steeds meer transmissietypes zijn ook de transmissieoliën ontwikkeld en aangepast. In dit geval wordt eerst grof onderscheid gemaakt in schakel- of as-transmissies, automatische-, dubbele koppeling en CVT-transmissies. Binnen deze bovenste groepen zijn er verschillende subgroepen, die allemaal een speciaal smeermiddel vereisen dat overeenkomt met het bouwtype en de toepassing.
Opmerking: Er is geen uniforme basis voor transmissie-oliën, waaraan de fabrikanten moeten voldoen (bijv. ACEA). Dit leidt tot een groot aantal speciale fabrikantvrijgaven.
Voorbeelden:
Mercedes-Benz: | 26 ATF-vrijgaven (MB-vrijgave 236.x) 21 (Hypoid-)transmissieolie-vrijgaven (MB-vrijgave 235.x) | |
Volkswagen: | 14 ATF-vrijgaven (G 052 xxx, G055 xxx, G060 xxx) 15 (Hypoid-)transmissieolie-vrijgaven (G 052 xxx, G055 xxx, G060 xxx) |


Om een grove verklaring te kunnen maken over de kwaliteit of kenmerken van een transmissieolie, heeft zich in de loop van decennia de classificatie volgens API bij schakel- en as-transmissies en volgens Dexron en Mercon voor automatische transmissies doorgezet. De fabrikanten hebben deze classificaties een lange periode gebruikt. Nadat de transmissies echter steeds complexer werden, was deze classificatie niet meer voldoende. De viscositeit van de schakel- en as-transmissies wordt, net als motoroliën ook, volgens SAE geclassificeerd. De viscositeit van de automatische transmissieoliën, zogenaamde ATF-oliën (Automatic Transmission Fluid) is niet volgens SAE geclassificeerd, aangezien de viscositeit onderdeel is van de vrijgave van de desbetreffende fabrikant.
9.1.1 API (schakel- of as-transmissieoliën)
GL 1 | Gering belaste kegelwiel- of wormtransmissie |
|
GL 2 | Wormtransmissie (niet in wegvoertuigen) |
|
GL 3 | Schakeltransmissie (Oldtimer) | |
GL 4 | Schakeltransmissie, hypoid-transmissie indien toegelaten | |
GL 5 | Hypoid-transmissie, schakeltransmissie indien toegelaten |
9.1.2 GM Dexron (automatische transmissie)